Een ongevalletje in een horecazaak is vlug gebeurd. Een klant glijdt uit over een natte plek. Of door een onvoorzichtigheid van de uitbater of de kelner wordt er hete soep over de klant gegoten met schade aan een duur kostuum (of jurk) en misschien met lichamelijke schade als gevolg. Het komt er op neer als uitbater van een horecazaak goed verzekerd te zijn.

Je stelt je misschien de vraag? Een goeie kennis rijdt met dezelfde auto en hij betaalt meer premie voor zijn autoverzekering dan jij. Waarom is er een verschil?

Elke wagen die zich in het verkeer begeeft, dient verzekerd te zijn. Dat gebeurt door de wettelijk verplichte verzekering burgerlijke aansprakelijkheid auto. Geldt dit ook voor een aanhangwagen, een caravan of een trailer?

Als je goed verzekerd bent, kan je met een gerust gemoed op skireis vertrekken. Het komt er op neer dat je de juiste keuze maakt om goed verzekerd op reis te vertrekken. Geef toe, het is zinloos om je te laten verzekeren voor risico’s die niet bestaan of voor risico’s die al in een contract gedekt zijn. Twee keer voor hetzelfde verzekerd zijn, is verloren geld.  

Vanaf 1 januari 2020 vallen de zogenaamde ‘kleine statuten’ onder de arbeidsongevallenwet. Vandaag is dit nog niet het geval en worden deze ‘kleine statuten’ meestal via een vergelijkbare dekking verzekerd die verschillend kan zijn naargelang de verzekeringsmaatschappijen.

Zeggen dat de overheid fiscaal onvriendelijk is tegenover verzekeringen, is onjuist. Als particulier kan je verschillende verzekeringen afsluiten met een fiscaal voordeel.